
Ze willen niet de zoveelste interventie ontwikkelen, om de mentale gezondheid van jongeren te verbeteren. Yara Toenders en collega-onderzoekers zetten liever op een rij wat er allemaal al is. “Er zijn al mooie interventies, maar we weten eigenlijk niet goed hoe ze werken en van sommige óf ze wel werken. Dat gaan we vragen aan de jongeren zelf.” Yara werkt met haar collega’s van de Erasmus Universiteit, het NJi en het Trimbos-instituut in het tweejarig onderzoeksproject ‘Shaping school mental wellbeing through youth participation’.
Vanuit de route Jeugd van de Nationale Wetenschapsagenda starten we regelmatig mooie onderzoeken op het gebied van ontwikkeling, opvoeding en onderwijs. Dit is er weer zo een. In dit project wordt onderzocht welke onderdelen van mentale gezondheidsprogramma’s op middelbare scholen en mbo’s het beste werken voor verschillende jongeren. We praten erover met Yara Toenders, Healthy Start fellow en onderzoeker aan de Erasmus Universiteit.
Waarom is dit onderzoek belangrijk?
“Het is zoiets fundamenteels, lekker in je vel zitten. En door allerlei maatschappelijke uitdagingen wordt dat jongeren niet makkelijk gemaakt. Dan vind ik het belangrijk om vanuit de wetenschap kennis te bieden om scholen te ondersteunen en jongeren de kans te geven om optimaal op te groeien. Dat is ook onze rol als wetenschappers. We proberen het leven van jongeren fijner te maken.”
Waar vind je de jongeren?
“We hebben goede contacten met de Nationale Jeugdraad (NJR) en met het Albeda College (ROC) in Rotterdam. En via het Trimbos-instituut gaan we met middelbare scholen aan de slag. Maar we werken ook met docenten! Zij geven de lessen. Niet alleen de inhoud, maar ook hoe een docent ermee omgaat doet ertoe. Ook de vaardigheden van de docenten nemen we mee. We gaan uit van hun kennis.”
Hoe ver zijn jullie nu met het onderzoek?
“We zijn nu een overzicht aan het maken van de interventies. We brengen daarin verschillende databases samen: van het Loket Gezond Leven, het NJi en de wetenschappelijke literatuur die erover te vinden is. Vervolgens gaan we kijken waar die interventies zich op richten: op het ontwikkelen van sociaalemotionele vaardigheden? Op groepsdynamiek? Die elementen gaan we bespreken met de jongeren.”
Waarom de docenten? Externe specialisten kunnen toch ook met de jongeren aan de slag?
“Tuurlijk, maar er is een interessante meta-analyse gedaan van sociaal-emotionele interventies. Daar bleek uit dat een interventie door een eigen docent het meest effectief is. Die staat dichter bij de leerlingen en heeft daardoor meer effect dan een externe docent. We willen die ‘eigen’ docenten dus ondersteunen. Van hen komen trouwens ook de vragen binnen bij het Trimbos: “Ik wil er wel zijn voor mijn leerlingen, maar ik heb de tools niet echt.”
Wanneer is dit project geslaagd?
“Als wij handvatten kunnen bieden aan docenten waarmee zij kunnen bepalen: deze interventie is wel of niet geschikt in deze situatie. We gaan de interventies dus niet ‘beoordelen’, maar ‘coderen’, zodat je straks via bijvoorbeeld een checklist snel kunt achterhalen welk instrument in een specifieke situatie geschikt is. Bovendien kunnen we op basis van de werkzame elementen ook nieuwe interventies ‘coderen’ en opnemen in de lijst. Dat zou docenten écht helpen. En dan kunnen zij al die jongeren nog beter helpen met hun mentale welzijn.”
Dit zijn de onderzoekers:
Meer informatie over het onderzoeksproject is hier te lezen.
Afbeelding: Aniek de Lange (l) en Yara Toenders
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: